Snoep of uw leven!

Met de zeer gewaardeerde medewerking van Daan, Jorik, Nathalie en Louise.

Samenvatting
halloween
Jack mag niet binnen in de hemel, maar hij is ook niet welkom in de hel. Om toch de hemel in te kunnen komen, moet hij zijn ziel gaan halen in de dodenwereld. Daarom wordt hij terug naar de aarde gestuurd. Terug op aarde ontmoet hij Edana en Sam. Edana wil haar gestorven opa terughalen uit de dodenwereld en Sam is een hedendaagse jongen die toevallig in hun tijd is beland. Het drietal gaat op zoek naar de poort van de dodenwereld, maar dat is niet zonder risico’s …

Extra info

Oorsprong

Over de oorsprong van Halloween wordt veel gediscussieerd. Algemeen wordt aangenomen dat Halloween al zo’n goede 2000 jaar bestaat. Aanvankelijk was het een Keltisch feest, later zou het Christendom zich erin beginnen te mengen en ook de Romeinen zouden hun invloed laten gelden. De oorspronkelijke naam van Halloween is: Samhain. Er doen verschillende theorieën de ronde over de oorsprong van deze naam, maar geen enkele ervan is zeker. 31 oktober stond symbool voor een nieuwe winter. De koude werd weggehouden door het maken van een erg groot vuur. Traditiegetrouw werd er een stropop verband om de vruchtbaarheid door te geven. Na deze datum mochten de gewassen niet meer geoogst of de dieren niet meer geslacht worden. Elk gewas dat nog op de velden stond, werd als taboe beschouwd. Alle gewassen werden opgeslagen.

Een dodenfeest

Op Halloween of Samhain, zoals de Kelten dat noemden, werden alle doden van het afgelopen jaar herdacht. Dit hoefde echter geen droevig moment te zijn. Op 31 oktober stonden volgens het Keltisch geloof de poorten naar de andere wereld open. Doden leefden verder in een andere wereld. Later werden de hel en de hemel onder invloed van de christenen geïntroduceerd.

Om in de andere wereld te kunnen komen, moest er altijd een barrière overwonnen worden. Zo’n barrière was meestal een natuurlijk element zoals een diepe rivier, een afgrond, een berg of een ondoordringbare omheining. Er werd weleens gezegd dat in de andere wereld alles omgekeerd was. Onder was boven en boven was onder, links was rechts en zwart was wit. Als iemand begraven werd moest men de aarde dan ook met de linkerhand op de kist gooien. Kelten herdachten hun doden drie generaties lang. Pas na die tijd werden de personen in kwestie anonieme doden. Bij de Kelten bestond er aanvankelijk geen hemel of hel. Na je dood werd je herboren in een andere wereld. Zoals eerder vermeld, drong het Christendom langzaam door en begonnen de mensen te geloven in een hemel en een hel.

31 oktober werd gezien als het begin van de koude. De oude geesten kregen de kans om terug te keren naar het vertrouwde huis. De god van de dode geesten stond hen toe om één nacht (volgens sommige bronnen meer nachten) terug te keren naar het vertrouwde huis en de nacht met hun familieleden door te brengen. 31 oktober was oudejaar voor de Kelten. De doden mochten nog een keer genieten. In ruil brachten ze voorspoed en geschenken mee.

Als de doden terugkeerden, moesten ze wel proberen om een lichaam te vinden waarin ze konden leven. Mensen konden dus bezeten worden door een andere geest. Sommigen geloofden dan ook dan enkel de slechte geesten mochten terugkeren. Ze dachten dat dit kwam omdat die geesten jaloers waren op de levenden. Zulke slechte geesten vernietigden de oogst, stalen baby’s en vernietigden koeien.

De doden kwamen niet alleen op aarde, soms gingen er levenden op 31 oktober naar de dodenwereld om er heldendaden te verrichten. Ze moesten dan wel voor dagenraad terug zijn. Lukte dat niet, dan waren ze gedoemd om in de dodenwereld te blijven.

Verkleden

De Kelten hadden verschillende redenen om zich te verkleden. Eén daarvan was om de goden en de doden gunstig te stemmen. Ze hoopten op die manier op een goede oogst. De grens tussen spirituele wereld en de menselijke wereld was op 31 oktober erg dun. De geesten probeerden dan om lichamen in bezig te nemen. Om te voorkomen dat men meegezogen werd naar het dodenrijk zette men maskers op. Zo zagen de doden ze als een van hen en konden de levenden met hen in contact komen om meer te weten te komen over de toekomst. Na de viering konden diegenen die zich verkleed hadden de geesten terugbrengen naar het einde van het dorp.

De mensen verkleedden zich ook om in de gunst te komen van hun overleden voorouders. Dit deden ze vooral om een goede oogst te bekomen. Het masker hielp hen ook om iemand anders te zijn. Op die manier konden de Kelten hun leven even ontvluchten en hun dagelijkse zorgen even vergeten.

Verjagen van geesten

Elk jaar opnieuw werden de vuren in de huizen gedoofd. De levenden wilden niet dan de doden hen in bezit kwamen nemen en dus zorgden ze voor een koude ontvangst. Op dat moment dansten druïden rond een vuur op een heuveltop. Dat deden ze telkens in een bos vol eikenbomen; die waren namelijk heilig. Ze offerden er dieren. De kolen uit dat vuur werden in uitgeholde rapen gestopt en dienden om de vuren in de huizen terug aan te steken.

Om de boze geesten te verjagen werden toverformules opgezegd. De mensen dachten dat ze door die spreuken aan kracht wonnen. Daarnaast verkleedden de mensen zich om de doden te misleiden en om hen buiten te houden, trokken de mensen naar de rand van het dorp. Ze maakten daarbij ook lawaai.

Kaarsen werden in uitgeholde rapen geplaatst. Om de boze geesten te verjagen werden enge gezichten in de rapen gekrast. Die rapen werden vervolgens aan deuren en ramen geplaatst. Het beeld van de verdoemde ziel moest de geesten angst inboezemen.

Mensen doolden rond met fakkels om boze geesten te verdrijven. Ze klopten aan bij mensen om hout te verzamelen (met geweld). Daarna trokken ze naar het dorpsplein voor een groot vuur. Ze Zongen en dansten eromheen.

Vuurrituelen en Bonfires

Mensenoffers

Soms dachten de mensen dat er iemand bezeten was door een bepaalde geest. Om te voorkomen dat die persoon schade zou aanrichten, werd hij of zij verbrand. Waarschijnlijk werden eerst dieven en dan zieken verbrand. Daarna kwamen de mensen die bezeten waren aan de beurt. Men hoopte dat die verbandingen geluk met zich mee zouden brengen en de toekomst zouden kunnen voorspellen. Door naar de verbrande lichamen te kijken, kon men zien wat de toekomst bracht.

Botten en stenen

Er werden botten in het vuur gegooid van mensen en dieren als offer in de hoop een gezonde veestapel te verkrijgen voor het volgende jaar. De asresten werden verstrooid ter bescherming. Zulke grote vuren werden ook wel Bonfires genoemd. Bon staat voor bone, wat bot betekent, en fire staat voor vuur.

Stenen met namen van de mensen erop werden in het vuur gegooid. De manier waarop die steen uit het vuur kwam, bepaalde je geluk. Als de steen ’s nachts verplaatst werd, zou de persoon sterven. In het vuur werden ook kastanjes gepoft. Aan de manier waarop ze gepoft waren, kon je zien welke vrouw er snel ging trouwen.

Mythische figuren

De Kelten geloofden in heel wat mythische figuren. In de dodenwereld leefden de geesten samen met feeën. Die werden niet gezien als schattige tovenaressen, maar eerder als een heks.
Ook de vleermuis werd gezien als een kwade geest die van gedaante kon veranderen. (Zie verder).
Daarnaast geloofden Kelten ook nog in het bestaan van duivels, trollen, heksen en elfen.

De invloed van het Christendom

Het christelijke feest Allerheiligen is een kerstening van het heidense feest Samhain of Halloween zoals we dat nu kennen.
Men probeerde heidenen te bekeren, maar dat ging veel moeilijker dan gedacht. Samhain bleef dus, maar werd gevierd in naam van de kerk. Ze erkenden wel dat de geesten van de Kelten echt waren, maar deden ze af als duivels en slecht. Met allerlei beloftes en valse idealen probeerden ze mensen te bekeren. De Kerk veranderde het feest en begon enkel de heiligen te eren die een voorbeeldig leven achter de rug hadden. ‘Als jullie de doden eren, eer dan de mensen die nu bij God zijn,’ werd er gezegd.

Jack -o- lantern

Tegenwoordig gebruikt men pompoenen om kaarsen in te steken. Zo’n uitgekerfde pompoen met een kaars erin wordt een jack-o- lantern genoemd. De Jack-o- lantern vindt volgens de legende zijn oorsprong bij een jack die zijn ziel door een slecht leven van dronkenschap en geweld aan de duivel moest geven. Hij wist de duivel echter twee keer te verschalken, maar in de hemel werd hij niet binnengelaten. Ook in de hel was hij niet meer welkom. De duivel had een belofte gemaakt dat hij zijn ziel voor eeuwig met rust zou laten. Waar moest hij dan naartoe? Terug van waar hij gekomen was, maar de terugweg was donker en koud. Daarom gaf de duivel hem nog een hete kool mee. Die kool stak hij in een raap die hij op dat moment aan het eten was. Op die manier vond hij zijn weg naar de aarde terug om er te blijven ronddolen.

Door Ierse immigranten is Halloween Amerika binnengekomen. Doordat er geen rapen voor handen waren, werden die vervangen door pompoenen. (Zie verder).

Trick or treat/ snoep of uw leven

Nu trekken kinderen tijdens Halloween van deur tot deur om snoep te verzamelen, maar waarom doen ze dat? Er zijn verschillende verklaringen voor. De voornaamste verklaring is dat de doden uit hun graven kwamen op zoek naar warmte en voedsel. Uit angst of sympathie lieten mensen voedsel achter in de hoop gespaard te blijven van vervelende greintjes en voorspoed te krijgen.

Volgens een andere verklaring gingen druïden van huis tot huis om treats te vragen. Geen snoepgoed, maar mensenoffers; namelijk jonge maagden. Ze lieten vervolgens een lantaarn achter bij het huis als teken van ontvangen offer. Als ze geen offer kregen, plaatsten ze een ongeluksbrenger.

Veel later werd het van huis tot huis trekken overgenomen door het gewone volk. Armen wilden hun graantje meepikken. Men verkleedde zich als geest en zette maskers op. De armen gingen vooral langs bij de rijken. Indien ze geen, treat (eten) kregen haalde ze een trick (kattenkwaad) uit.

Rituelen

De appel was het populairste fruit bij Halloween. Deze vrucht was het symbool van de ziel. Dat de appel zo populair was, is logisch; het is een laattijdig herfstgewas.

Een van de belangrijkste rituelen was ongetwijfeld het bijten naar appels. De deelnemers knielden voor een ton met water waarin appels ronddreven. De persoon die als eerste een appel te pakken kon krijgen, geblinddoekt en zonder zijn handen te gebruiken, zou het meeste geluk hebben met de geesten in dat jaar. Hij of zij die als eerste in een appel kon bijten zou ook als eerste huwen in het komende jaar. Kreeg je als laatste de appel te pakken, dan zou je dat jaar als eerste sterven.
De met water gevulde tonnen refereerden naar de grote heksenketel.

Een ander ritueel met de appel kon ook je toekomst voorspellen. Door de appel te schillen, kon men de duur van je leven bepalen. Hoe langer de onderbroken appelschil was, hoe langer je zou leven. Meisjes konden er ook de naam van hun geliefde leren kennen. Tijdens het schillen moest je de volgende tekst opzeggen: Ik schil de appel rond en rond. De naam van mijn geliefde floreert en gedijt. Ik gooi de ononderbroken schil op de grond over mijn schouders om aldaar de brief van mijn teerbeminde te lezen.

De appel bracht nog een ritueel tot stand: de appel werd doormidden gekliefd om een vijfpuntige ster bloot te leggen (het klokhuis). Die vijfpuntige ster moest men dan bij kaarslicht voor de spiegel opeten. De toekomstige zou dan over de schouder in de spiegel meekijken.

Naast de appel waren ook de noten populair. De noten werden in het vuur gegooid door jonge dames. Ze probeerden hun man te lezen kennen door de hazelnoot met de naam van elke geïnteresseerde erop in het vuur te gooien. De noot die als eerste opensprong of uit het vuur werd geslingerd, werd de echtgenoot. Ze zongen er steeds een liedje bij: Als je van me houdt, schiet en vlieg, als je me haat, brand en sterf.

De noot was ook goed voor een ander ritueel. Je had een zak met noten waarin een lege en een volle noot zat. Kon je er meteen de volle noot uithalen, dan zou je het volgende jaar trouwen.

Er werden ook cakes gebakken met allerlei gelukstekens in om geluk in de toekomst te voorspellen. In de cake werden verschillende voorwerpen verstopt: een ring, een vingerhoed of een geldstuk. Wie op de vingerhoed beet, zou nooit trouwen, wie de ring had, zou dat snel doen.

Bijgeloof

De Kelten waren heel bijgelovig. Veel van dat bijgeloof kennen we nog steeds. Tegenwoordig denken de mensen dat een zwarte kat ongeluk brengt, maar dat is niet helemaal waar. Enkel als de zwarte kat wegloopt, is dit een slecht teken. Loopt hij mee, dan is er geen enkel probleem. Toch werd een zwarte kat gezien als een symbool van het kwade.  De kat had in het algemeen een slechte status, of hij nu zwart was of niet. Kinderen werden ervan weggehouden. Volwassenen mochten hun kat niet in de schoot laten liggen. Deed je dat wel, dan ging je tegenslag krijgen. De Kelten geloofden dat katten magische krachten bezaten. Zo konden ze het weer voorspellen, dienden ze als lichaam voor de doden die terug naar de aarde keerden en konden ze de dood aanvoelen. Als een heks stierf, gaf ze haar macht door aan een kat.

Niet alleen de kat moest het vergelden. Ook de vleermuis werd gezien als een slecht wezen. Hij was namelijk de vogel van de duivel. Men geloofde dat de duivel in de huid van een vleermuis kroop. Hij werd gezien als een vijand van het licht en bewoner van een duistere plaats die in staat was om op bovennatuurlijke wijze van gedaante te veranderen. De vleermuis werd ook in verband gebracht met de muis die gezien werd als de drager van de afgestorven zielen.

Een volle maan zorgde voor de zogenaamde Maanwaanzin. Die zorgt ervoor dat iedereen een beetje gekker wordt. De maan bezat namelijk duistere krachten. In het ergste geval, kon je in een weerwolf veranderen.

Nog wat vormen van bijgeloof:

  • Als je een masker draagt op Halloween, zal je het komende jaar geluk hebben.
  • Als je om 11 uur stipt in een waterput kijkt, zal je de toekomst kunnen zien.
  • Om je te beschermen tegen boze geesten, moet je al je kousen met gaten buiten hangen.
  • Iedereen moest bij alle ingangen zout of ijzer leggen om de boze geesten weg te houden.
  • Hang een hoefijzer aan je deur. Het stuk ijzer zal weerkaatsen in het maanlicht zodat de boze geesten hun weg kwijtraken. Je mag hem niet met de opening naar beneden hangen, anders stroomt het geluk eruit.
  • Schalen van hardgekookte eieren moet je breken om heksen te weren.
  • Je kon de toekomst lezen in vreemd gevormd fruit en ingewanden van dieren.

Nu

Halloween zoals we dat nu kennen is nog niet zo lang bekend bij ons. Pas rond de eeuwwisseling vond het feest de weg naar Europa. Zoals iedereen wel weet, komt het feest overgewaaid vanuit Amerika. In de jaren 1840 ontstond er een grote stroom aan Ierse migranten richting de VS wegens een grote aardappelschaarste. De Ieren brachten hun gewoontes mee, maar omdat er geen rapen voor handen waren, werden die vervangen door pompoenen.

Bronnen

Lauvrijs, B. (2000). Halloween – oorsprong, kenmerken en actualiteit. Westerlo: Karmat