De Manniekies – In Hades’ schaduw

Beluister de eerste drie hoofdstukken via dit filmpje. De wedstrijd is niet meer geldig.


Hierboven vind je de drie eerste hoofdstukken van mijn boek, voorgelezen door mezelf. 

Het tweede boek: De Manniekies- Het Zilvermeer is verschenen!
De twee boeken zijn ook verkrijgbaar in Fnac, Standaard Boekhandel, Bol.com én bestelbaar in elke boekenwinkel.

Hieronder vind je een interview terug met radio Scorpio (vanaf 30’30”)


Samenvatting

Arkin is aangewezen door de grotraad om zijn vader, koning der manniekies, op te volgen. Zoals de wet het voorschrijft, moet de toekomstige koning of koningin een aantal opdrachten vervullen. Om echt koning te kunnen worden, zoekt de kersverse kandidaat best ook enkele vrienden, want die heeft hij niet! De grot verlaten lijkt de enige oplossing. Buiten vindt hij een ei dat zijn wereld en dat van zijn soortgenoten helemaal op z’n kop zal zetten. Niet iedereen heeft het goed voor met de dappere wezentjes. Eens Arkins avontuur echt begint, zullen Hades en Malus er alles aan doen om hem tegen te houden en de manniekies voorgoed uit te roeien …

img_20161115_145915464

Fragment:

‘Ik hoef het niet te weten!’ schreeuwde Hades hard en dicht bij Malus’ gezicht. Hij had hem nog steeds stevig bij de kraag.
‘Ik hoef die kennis niet! Het enige wat ik wil is goud, goud! Ken je dat?’
‘Ja, tuurlijk, wie kent er nu geen goud?’
‘Wanneer ga je nu eens leren zwijgen?’
‘Euh, nooit denk ik’, antwoordde Malus toch nog, ‘maar u stelt altijd vragen en mijn moeder heeft me geleerd om te antwoorden. Vroeger was ik nogal verlegen, weet u? Ze zei dan steeds: ‘Malus, meneer, of mevrouw, stelt een vraag. Wat doen we dan…?’
‘Zwijg!’ brulde Hades nu nog moedelozer.
‘Nee dat zei moeder niet … Ik zou toch nog één ding willen zeggen als ik mag.’
‘Nee, dat mag je niet.’
‘Het is echt superbelangrijk.’
‘Zeg het dan.’ Hades leek weer wat gekalmeerd en liet Malus los.
‘Wel, het zit zo. Euh, uw adem stinkt echt wel hard. U zou er echt eens iets aan moeten doen. Ik wilde het al veel eerder zeggen, maar ik vond het juiste moment niet echt. En nu u zo dicht bij me staat …’
‘Stil!’ beet Hades hem toe.
‘Ik heb genoeg van je gezien. Ik ga even in mijn glazen bol naar dat manniekie kijken dat jij niet kon doden.’

Oh, wat zou ik graag goud willen
Dat zou mijn rijkdomhonger stillen
Daarom wend ik me tot u, oh, bol
Vul u alstublieft, blijf niet hol
Geef me wat geluk! Ik kan het wel gebruiken
De enige hulp die ik heb, is die van een uilskuiken
Hopelijk doet mijn tweede oplossing het beter
Oei, wat zit daar los? Het is mijn veter!