Ave Caesar

Met grote dank aan Jesse Debille, Jonas Van Den Bulcke, Jona Den Aantrekker, Karen Aerts, Louise Butter, Paulien, Kamiel en Nand.

Samenvatting

Caesar wil heel graag de leider van het Romeinse rijk worden, maar hij beseft goed dat hij dit niet alleen kan waarmaken. Tijdens een gevecht in het Colosseum ziet hij Miles, een erg getalenteerde gladiator, als een bezetene vechten. Caesar krijgt een idee: hij brengt Miles een bezoekje en maakt hem legeraanvoerder. In zijn zoektocht naar roem, komt hij heel wat verschillende volkeren tegen. Weet hij die allemaal te overwinnen? Wordt zijn hebzucht niet te groot?

Extra info

Legende: stichting van Rome

Romulus en Remus staan aan het begin van Rome. Het begon allemaal bij een slechte koning Amulius. Die had net zijn broer van de troon gegooid, maar die broer had een dochter: Rea Silvia. Amulius wilde niet dat ze een zoon zou krijgen en verbande haar naar een klooster. Maar daar werd Rea Silva in het heilige bos verleid door de oorlogsgod Mars. Toen de boze koning Amilius hoorde van de geboorte van de tweeling Romulus en Remus, werd hij razend!

Rea Silva moest de gevangeis in en de twee broers moesten gedood worden en in de Tiber gegooid worden. De bedienden gingen naar die plek, maar gehoorzaamden niet. Ze legden de twee in een mandje in de rivier. Het mandje belandde al vlug in het riet en werd gevonden door een wolvin die net jongen had gekregen. Ze nam hen mee en zorgde voor hen. Niet veel later werden ze ontdekt door een herder die voor de koning werkte. Hij droeg hen naar zijn vrouw en voedde hen samen op.
Vele jaren later waren ze sterkte jongemannen geworden en bouwden een nieuwe stad op zeven heuvels. Maar ze wilden de stad allebei regeren en kregen ruzie. Priesters moesten over hun lot beslissen. De twee broers werden elk op een heuveltop geplaatst. Daar wachtten ze af. Toen de vogels over Romulus vlogen, wisten ze dat hij koning zou worden. Maar Remus ging niet akkoord en de twee broers begonnen te vechten. Romulus, doodde Remus.

De Romeinen als bouwmeesters

Het bekendste bouwwerk van de Romeinen is ongetwijfeld het Colosseum dat gebouwd werd op het moment dat Rome een groeiende stad was met 1 miljoen inwoners. Caesar verbood wagens overdag zodat mensen konden rondlopen. ’s nachts gingen de wagens de stenen straten op en dat maakte zoveel lawaai dat de mensen niet konden slapen. Die straten waren kasseien banen die men heirbanen noemde. De Romeinen legden verharde wegen aan om snel van punt A naar punt B te kunnen gaan.

De Romeinen begonnen met stadsplanning, vonden cement uit, bouwden enorme opslaghuizen en leden een rioolsysteem aan, maar de grootste prestatie was misschien wel de manier waarop ze water aanvoerden. Ze bouwden aquaducten van wel 90-110 km lang om de stad van vers water te voorzien. 20 miljoen liter water per dag vloeide naar de stad. Dat aantal werd niet geëvenaard tot in de jaren ‘50 van de 20ste eeuw. De Romeinen consumeerden 8000 ton graan per week. Dat graan moesten ze over de Middellandse zee gaan halen.

Ze bouwden bruggen, Castella (een soort forten om de grenzen van hun rijk te beschermen) en bij elke triomf lieten ze een triomfboog bouwen. Het waren de eerste die cement gebruikten waarmee ze stenen villa’s bouwden die uitgerust waren met vloerverwarming.

Thermen en schoonheidsideaal.

De Romeinen bouwden ook thermen; een soort luxeresorts met sauna en warmwaterbaden. De baden werden verwarmd door slaven die vuur stookten onder de baden. Niet alle baden werden verwarmd. Men kon ook een koud of een lauw bad nemen. In de thermen waren er ook schoonheidsspecialisten. Vrouwen lieten hun benen ontharen met een speciale ontharingssteen waarmee ze wreven tot het haar uitviel. Ze hadden ook een ontharingscrème; een mengsel, van geitenbloed, gedroogde adder en zeewier. Een witte huid was mode en dus werd de huid witgemaakt met loodpoeder. Dat was erg giftig, maar dat wisten ze toen nog niet. Lippen werden rood gemaakt met rood zand en de wenkbrauwen werden donkergemaakt met metaalpoeder.

Arm en rijk

90% van de mensen in Rome was arm. De arme bevolking woonde in wooncomplexen met verschillende verdiepingen. De muren waren erg dun en veel materiaal was van hout. Ze gingen steeds hoger bouwen (vier of vijf tot wel zeven verdiepingen). Er heerste telkens veel instortingsgevaar. De huurpanden kregen de naam: Insula waarin de armsten van de samenleving verbleven.

De rijken verbleven in Patriciërswoningen of ook wel Domus genoemd. Dat waren grote villa’s met verschillende kamers. De Romeinen vonden het geld uit. In hun huizen aten de rijke romeinen al liggend, ze aten varkensneuzen, druiven, olijven, perziken… Ze kotsten zelfs om verder te kunnen eten.

Het Romeinse leger

Een Romeinse soldaat moest zijn uitrusting zelf betalen. Hij had een wollen onderkleding, een borstharnas met allemaal ijzeren plaatjes, een helm en sandalen, die uitgerust waren met allemaal ijzeren noppen, een kort zwaard en een schild. Het leven van een soldaat was gevaarlijk, maar ze hadden het vrij goed. Een diensttijd duurde 20 jaar en als je dat kon vervolmaken hadden de soldaat en zijn familie een goed leven.

Zelfs buitenlanders konden zich aansluiten bij het Romeinse rijk. De Bataven konden bijvoorbeeld heel goed boogschieten en dat konden de Romeinen goed gebruiken. Een buitenlander moest 25 jaar dienstdoen en daarna bezat hij en zijn familie dezelfde rechten als een Romein.

De Romeinse legerstructuur is niet eenvoudig. De belangrijkste eenheid is een legioen. Dat legioen bestaat ongeveer uit 6000 man. Dat kon nogal variëren naar gelang er ziektes in het leger slopen. Het legioen wordt verder opgedeeld in verschillende eenheden. Het Romeinse leger was supergeorganiseerd en legde heel snel grote afstanden af waardoor het erg succesvol was.

De kleding

De rijke Romeinen droegen een toga, enkel voor speciale gelegenheden, want ook zij vonden het moeilijk om de toga juist te plooien. Alleen Romeinse burgers mochten een toga dragen. De toga was gemaakt van wol, soms van linnen en was niet geverfd. De alledaagse kleding was een tuniek; een soort lang hemd. Vrouwen droegen ook een tuniek, maar die was langer dan bij de mannen. Ze gebruikten fibulae (spelden) om de kleding vast te maken.

School en samenleving (politiek)

Romeinse kinderen gingen naar school vanaf de leeftijd van 7 jaar. In die tijd zaten er maar heel erg weinig meisjes op school, want die moesten op hun 12de al trouwen en dan werden ze huisvrouw. Ze leerden rekenen, lezen, schrijven, allemaal in het Latijn. Ze schreven op een soort plankjes: de tablula met stylo’s. De plankjes waren voorzien van een waslaag zodat de scholieren er met hun stylo’s letters konden krassen.

Gladiatoren

Gladiator komt van het woord Gladius (Latijn voor zwaard. Gladiator betekent zwaardvechter. De Gladiatorenspelen verliepen volgens een vast dagprogramma. In de voormiddag vochten de gladiatoren tegen dieren. Tussen de middag werden de misdadigers die tot de wilde dierengevechten veroordeeld waren voor die dieren gegooid. Daarna mochten de gladiatoren opwarmen met houten zwaarden. Als de tuba weerklonk begonnen de echte gevechten. Als er niemand gedood werd, mocht het publiek beslissen. De verliezer verliet de arena meestal levend. De winnaar kreeg geld, een olijftak, en soms een lauwerkrans.

Er zijn verschillende soorten gladiatoren. Je had de Retiarii die het minst beschermd zijn. Ze hadden maar een mouw van leer die hun linkerarm beschermde. Daarnaast hadden ze een drietand, een vangnet en een dolk. De Thraciërs hadden een klein schild en een helm. Ze hadden een gebogen zwaard. De Samnieten waren het best beschermd met een harnas van ijzer of brons. Zij kregen een recht zwaard.

De keizer had de macht om te beslissen of een gladiator bleef leven. Deed hij zijn duim omlaag, dan moest de gladiator dood, stak hij hem omhoog, dan mocht de gladiator blijven leven. Vaak liet de keizer zich beïnvloeden door het publiek.

Geneeskunde

De Romeinen bouwden voort op de geneeskunde van de Grieken. De beroemdste geneesheer van de Romeinen was een Griek die in Rome woonde: Galenus. Hij sneed dieren open en probeerde zo van alles te begrijpen. Een geneesheer mocht nooit naar knoflook ruiken, deed hij dat wel dan was hij geen goede dokter. De patiënt mocht ook nooit zeggen wat er scheelde, dat moest de dokter zelf ontdekken. Er werden allerlei vreemde methoden toegepast die meestal niet hielpen.

Goden

Net als de Grieken hadden de Romeinen verschillende goden. Jupiter was hun oppergod, Mars hun oorlogsgod, Neptunus hun god van de zee en zo kan je nog wel een tijdje doorgaan. Net als de Grieken bouwden ze tempels waar ze gingen bidden tot (één van) hun goden.

Julius Caesar

Caesar werd beschouwd als een zeer intelligent kind. Toen hij 10 jaar was ging, hij al naar het Romeinse forum: een plein in het centrum van de stad dat uitgroeide tot het politieke hart van het oude Rome.

Naarmate hij ouder werd, vond hij het vervelend dat hij kaal werd en om dat te verbergen, kreeg hij van zijn ondergeschikten een laurierkrans. Hij kwam uit een rijke patriciërsfamilie en was lid van de vooraanstaande elite die tot magistraat verkozen waren. Dat waren zeer belangrijke mensen in de senaat.

Toch begon zijn carrière eenvoudig als ambtenaar. Hij kreeg een aantal bestuursfuncties in Klein-Azië. Bij de Romeinen is het pad van de elite vastgelegd; er bestaat een lijst met functies die je in een bepaalde volgorde moest bekleden. Caesar is begonnen met zijn legerdienst, dat is het laagtste overheidsambt, daarna werd hij lid van de senaat. Toen hij voor een handelsmissie op de Middellandse Zee aan het varen was, werd hij gevangengenomen door piraten. Normaal gezien ben je dan gedoemd om voor de piraten te blijven werken of je werd op de slavenmarkt verkocht, maar hij slaagde erin zich eruit te praten door veel moed te tonen. De piraten lieten hem gaan.

In 56 v.C. werd Caesar verantwoordelijk voor openbare spelen en vermaak. Zijn populariteit groeide enorm omdat hij veel geld uitgaf (andermans geld) aan gladiatoren, feesten en wagenrennen. Hij organiseerde deze spelen op een zeer spectaculaire wijze.

In 61 v.C. werd Caesar benoemd tot gouverneur van Spanje. In datzelfde jaar keerde Pompeius terug naar Rome. Pompeius was een held van het steeds groter wordende Romeinse Rijk. Hij keerde schatrijk terug en werd overladen met roem. Als goede politicus deed Caesar mee aan de festiviteiten, maar hij was jaloers op Pompeius. Gedurende zijn afwezigheid had Caesar een relatie met Pompeius’ vrouw: Mucia. Voordat dit uitkwam; verliet hij Rome en nam hij zijn gouverneurschap op in Spanje en vertrok hij.

In Spanje voerde hij een grote strijd en grotendeels dankzij hem werd Spanje deel van het Romeinse Rijk. Caesar bleek een formidabele bestuurder, militair en commandant. Hij at hetzelfde als zijn mannen en sliep buiten bij hen. Hij werd door zijn soldaten begroet als keizer, als een zegenvierende generaal. Dankzij oorlogsbuiten werd hij superrijk. Door de oorlogen werd hij een formidabele vechter en een ervaren generaal, maar hij had nog steeds politieke ambitie.

Om die ambitie waar te maken moest hij terugkeren naar Rome. Hij wilde de functie van Consul. Doordat de heisa rond de relatie met Pompeius’ vrouw wat gaan liggen was, kon hij teruggaan. Hij zorgde ervoor dat hij gouverneur werd van Gallië, ten zuiden van de Alpen. Daar zou hij zijn eerste grote strijd leveren. Hij wilde Pompeius evenaren en overtreffen. Hij zou negen jaar niet terugkeren naar Rome. In oorlogstijd legde Caesar 50 km per dag af. In 2 à 3 jaar had hij heel Gallië veroverd. Dat was goed voor zijn reputatie, maar hij wilde steeds meer. Hij zocht buit in de vorm van slaven, geiten en goud.

Gallië werd zogezegd bedreigd door de Duitsers die geleid werden door de gevreesde Ariovistus. De Romeinen hadden echt schrik van de Duitsers, maar Caesars overtuigingskracht kwam goed van pas. Hij slaagde erin de angst om te keren in trots. Hij ging de strijd aan met de Duitsers en wist ze ook te verslaan. Het nieuws van een onoverwinnelijk Romeins leger verspreidde zich als een lopend vuurtje. De Belgen vreesden de volgende te zijn. Caesar werd heel populair bij zijn soldaten. Hij verdubbelde het salaris van de soldaten en breidde het rijk verder uit dan zijn rivaal ooit had gedaan. Hij maakte zijn leger twee keer zo groot als de senaat het toestond en handelde snel en doortastend. Hij verraste de Belgen en vierde 15 dagen feest bij zijn terugkomst in Rome ter ere van zijn overwinningen.

Pompeius was nog steeds erg populair en werd consul en dit verschillende jaren voor de wettelijk toegestane leeftijd van 40-42 jaar, afhankelijk van de afkomst. Pompeius vond zich de allerbeste en kon niet verdragen dat iemand zijn gelijke was. Veel mensen werden ongerust over de groeiende populariteit van Caesar, die ook niemand naast hem kon dulden.

Caesar bleef enorm populair bij zijn soldaten. Het was een Charismatische figuur. Ze waren beried om voor hem te sterven omdat hij hen het gevoel gaf dat hij voor hen risico’s nam. Hij vocht tussen hen en was na de veldtochten zeer genereus.

In 55 v.C. zette hij koers naar Goot Brittannië. Ook dat land wilde hij veroveren en slaagde daar in twee keer in. De eerste keer waren ze met te weinig soldaten (slechts 18 schepen) en er brak een storm uit. Daardoor wisten de Engelsen Caesar nog af te houden, maar een jaar later kwam hij terug met meer soldaten (onder wie 2000 ruiters) en meer boten (800) en wist hij Engeland te veroveren.

Intussen had Pompeius heel veel macht gekregen. Hij trouwde uit liefde met Caesars dochter, maar die stierf in het kraambed in 54 v.C.

Pompeius wilde meer macht, maar Caesar duldde niemand boven hem. Er kwam een oorlog tussen de twee grootheden. Caesar vocht zich een weg terug naar Rome. Uit paniek verliet Pompeius Italië. Nu kon Caesar zich hoofd van Italië maken en deed dat ook. Hij riep zichzelf uit tot nooddictator en viel Pompeius aan die naar Albanië gevlucht was. De slag om Pharsalus werd deze veldslag genoemd. Caesar probeerde een veldslag af te dwingen, maar Pompeius wilde enkel verdedigen. Caesar werd er moedeloos van. Door druk vanuit Pompeius’ kamp begon die laatste toch aan te vallen en daardoor won Caesar uiteindelijk toch. De gevallen leider vlucht naar Egypte. Caesar zeilt hem achterna. Op het moment dat hij in Egypte aankomt, krijgt hij het afgehakte hoofd en de zegelring van Pompeius. Hij huilde.

Op dat moment woedde er een hevige strijd om de troon tussen de 15-jarige Tolomeo XIII en zijn zus: de 21 – jarige Cleopatra. Op dat moment was Caesar 52 jaar. De rasechte versierder kreeg Cleopatra snel in zijn bed en steunde haar voor de troonopvolging. Caesar moest terug naar Rome omdat zijn plaatsvervanger Marcus Antonius het helemaal verkeerd aanpakte. Terug in Rome werd hij verkozen tot een dictatorschap van 10 jaar. Hij begon steeds meer energie te steken in zijn staatszaken. Hij werd dictator voor het leven, maar dat was niet naar de zin van de Romeinse conservatieven die geloofden in de kracht van de republiek. Caesar voerde echter wel goede wijzigingen door. Hij had genoeg van burgeroorlogen en wilde het rijk terug stabieler maken. De republiek begon hij steeds meer te minachten en hij begon symbolen van koningschap te dragen in het openbaar.

In 44 v. C. werd hij dictator voor het leven en nu wilde de senaat van hem af. 60 mensen verzamelden zich en stemden in om Caesar te vermoorden. Een van hen was Marcus Brutus, zogezegd de ongewenste zoon van Caesar e Cevilia (20 jaar lang de Caesars minnares). In de senaat rukte Casca de mantel van zijn schouders; dat was het teken om toe te slaan.
Hij zag Brutus tussen de massa, zakte ineen en accepteerde zijn dood. Met 23 mestteken kwam hij aan zijn einde. Volgens een oude traditie, in de beginjaren van Rome werd Romulus wanneer hij zich als een tiran en niet meer als koning gedroeg, moest hij geëxecuteerd worden door de senaat. Het moest hetzelfde lijken als toen.

Bronnen:

Internet:
http://www.geschiedenisvoorkinderen.nl/romeinen/
https://www.schooltv.nl/video/het-romeinse-rijk-groot-machtig-en-rijk/
https://www.youtube.com/watch?v=yJ1wQ94S8XU
http://www.romeinspompeii.net/kleding.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gladiator
https://www.alletop10lijstjes.nl/12-beroemde-romeinse-goden/
https://www.goden-godinnen.nl/romeinse-goden.htm
http://users.telenet.be/berserk/acta/Geneeskunde%20in%20het%20Oude%20Rome.pdf
http://www.cenens.be/alesia/leger_rom.html
https://wikikids.nl/Romeinse_politiek

Allen ten laatste geraadpleegd op 12/04/2018

DVD’s;

The life of Julius Caesar – The first Emperor. TDM entertainment, 1998.
Rome, the power of glory TDM entertainment, 2017

Boeken

De reizen van Alex: Rome (2) De keizerlijke stad – het publieke Rome. Gilles Challet, Jaques Martin, Casterman 2005.
Bij de Gallo-Romeinen. Gérard Coulon, Davidsfonds/infodok 2005 Leuven