Een vreemde Viking

Met de zeer gewaardeerde medewerking van Julie Behaegel.

Speciaal voor Nathalie Lauwers.

Samenvatting

Loki, één van de vele goden van de Vikingen, is het beu dat de mensen telkens dezelfde godenverhalen vertellen. Hij wil eens een verhaal over Viking-2_cropeen mens laten horen. Daarvoor wendt hij zich tot zijn vrienden en vertelt het verhaal van Adam, een door de Vikingen gevangen genomen Engelsman die zich goed weet te integreren en een oogje heeft op de dochter van één van de leiders. Met behulp van die dochter, Freya, weet Adam verschillende gevaren te overwinnen. Na een teken van de Goden mag hij blijven, maar niet iedereen is daar even blij mee…

Een vreemde Viking – Extra informatie

Goden en geloof

Vikingen geloofden in verschillende goden. Hun machtigste god was ongetwijfeld Odin. Als god van de oorlog, de poëzie en de wijsheid is hij machtig en verraderlijk en thuis in de magie. Zijn paard Sleipnir heeft acht benen en zijn twee vogels: Gedachte en Geheugen, bewaken de wereld.

Thor is de god van de donder. Hij is sterk en houdt van eten. Met zijn hamer beschermt hij goden en mensen tegen slechte reuzen.

Freya is de belangrijkste godin. Ze zorgt voor geluk in de liefde en verzekert de vruchtbaarheid. Daarnaast is ze ook nog de godin van de oorlog.

Haar broer Feyr is ook een van de machtigste goden. Net als zijn zus is hij de god van de vruchtbaarheid en de oogst. Naast dit takenpakket staat hij ook nog in voor de rijkdom, de gezondheid, de vrede en de natuur.

Njord is verantwoordelijk voor iedereen die op zee reizen of vissen. Verder is hij nog verantwoordelijk voor een goede handel, geld en bezit.

Loki is een beetje een gekke, maar ook een woeste god.

Aan Tyr vroegen de Vikingen om hen te helpen in de strijd.

Kleding

Vikingen droegen geweven gewaden van de hennepplant en van wol. Omdat wol prikt, weefden ze dunne henneptruien om eronder aan te doen.

Van welke rang of stand je ook bent, iedereen draagt dezelfde basiskleding: een hemd, een broek, een tuniek en indien nodig een winterjas. Kleren werden geverfd met kleurstoffen uit planten.

Toch kon je een verschil zien tussen arm en rijk. Hoe fijner de geweven stof was, hoe rijker en ook de graad van afwerking wees op rijkdom. Een kleurig sierboordje kon wonderen doen; het waren reepjes in linnen, wol of zelfs zijde. Dat konden ze in patronen vlechten en aan de kleding vastmaken. Wat toen ook erg in de smaak viel, waren de geborduurde figuren op je tuniek. Schoenen werden uit leer gemaakt.

Ontdekkingsreizigers en plunderaars

In die tijd hadden de Vikingen de snelste en de lichtste schepen ter wereld. Ze hielden ervan om de wereld rond te trekken en te verkennen. Zo hadden ze aan het eind van de 10de eeuw reeds Amerika ontdekt. Soms bleven ze jaren van huis. De Vikingdorpen werden dan draaiende gehouden door de vrouwen die achterbleven. Overal waar de Vikingen kwamen stichtten ze kolonies. Soms kwamen er ook vrouwen mee om te vechten, maar meestal hadden de vrouwen die meekwamen de taak om het eten te maken en de wonden te verzorgen.

De Vikingen werden zo gevreesd dat koningen hun zelfs losgeld gaven om te vertrekken. Dit zogenaamde wrede volk hieldt van Engeland omdat de gronden er veel vruchtbaarder waren dan in hun eigen land.

Nederzettingen en huizen

De huizen van de Vikingen hadden geen ramen omdat er dan te veel koude lucht binnenkwam. Dit had tot gevolg dat veel mensen longproblemen kregen of stikten door de rook van de vuren waarmee ze hun huizen verwarmden. Voor-of achteraan in het huis bevond zich een stal om de beesten tijdens de winter genoeg beschutting te bieden. Het toilet bevond zich steevast buiten en de daken werden meestal met gras en turf bekleed.

Doordat de grond zo arm was, deden de Vikingen meer aan veeteelt dan aan landbouw. De boeren hielden er schapen, geiten of ossen om aan melk en vlees te komen. Een Viking was tevreden met uitgestrekte grasvlaktes omdat het vee dan gemakkelijk aan voedsel kwam. Het gras werd ook verwerkt tot hooi en vervolgens opgeslagen. Dit hooi moest het gras vervangen tijdens de winter.

De voornaamste producten die men van het land haalde, waren hooi en hennep. Hennep werd gebruikt om kleren van te weven. Warme kleren werden gemaakt uit wol, maar dat prikt. Om dat te voorkomen werden er dunne truien uit hennep vervaardigd.

Vikingen waren ook uitstekende jagers. Ze joegen op walrussen, zeehonden en walvissen. Uit de beenderen van de walvis werden heel wat gereedschappen gesneden. Ook Kariboes en eieren van papegaaiduikers stonden op het menu.

(Speciale) gebruiken

De Vikingen wasten zich één keer per week. Elke zaterdag gooiden ze water op hete stenen. De stoom zorgde ervoor dat Vikingen gingen zweten en dat zweet verwijderde alle afvalstoffen. Daarna maakten ze zich schoon namen ze een ijskoud bad om het zweet te verwijderen.

In Scandinavische talen is zaterdag ‘baddag.’ De Engelsen vonden dat de Vikingen te proper waren omdat ze zich elke week wasten en omdat ze voortdurend andere kleren droegen.

Vikingen besteedden ook erg veel tijd aan uiterlijk. Zo droegen Vikingmannen make-up die ze maakten van roet en geprakte rode bessen. Ook aan het haar werd veel aandacht besteed.
Opmerkelijk is dat de vrouw haar haar los droeg tot op de dag dat ze ging trouwen, vanaf dan maakten ze er een lange vlecht in.

Vikingen zijn een eervol volk. Vikingfamilies die ruzie hadden vochten dat uit in een ring. Je kan die ring vergelijken met een boksring van nu. Als iemand een ander had beledigd, moest er verplicht wraak genomen worden. Conflicten konden maanden duren. Als er dan uiteindelijk een einde aan gemaakt werd, moest de ene een bepaald bedrag betalen aan de anderen als schadevergoeding.

Aangezien de meeste Vikingen niet konden lezen of schrijven, werden de wetten door wetsprekers vanbuiten geleerd en geregeld opgezegd zodat ze onthouden konden worden door de analfabetische bevolking.

Toch bestond er een schrift: runentekens. Dat alfabet bestond uit 16 tekens. Deze tekens werden samengesteld uit rechte lijnen die gemakkelijk in hout of steen gekerfd konden worden, want papier kenden de Vikingen niet.

Regelmatig werden er offers aan de Goden gebracht. Een geit, een paard of zelfs een mens moest dan gedood worden om de goden gunstig te stemmen. Een mens was het hoogste offer dat je kon brengen.

Vrije tijd

Vikingen hielden van muziek, dans en animatie. Tijdens feesten werd er duchtig gedanst. Gastheren/koningen betaalden dansers, acrobaten, clowns en jongleurs om de feestvreugde te verhogen. Een feest kon langer dan een week duren. Grote hoeveelheden eten werden telkens aangebracht en iedereen bleef zitten tot alles op was.

Daarnaast hielden Vikingen van raadsels en grappen. Ze luisterden graag naar verhalen waarin helden en goden alles overwonnen. Als ontspanning speelden ze ook graag een spelletje hnefatafl; een strategisch spel dat je het best met een spelletje schaak kan vergelijken.

In de zomer beoefenden ze vaal sporten als hardkopen, zwemmen, hoog en verspringen. Ook, boogschieten, speerwerpen en schermen waren heel populair.

Vikingen hielden van geweld. Worstelen was een goede training voor de oorlog, want een krijger kon altijd zijn wapens verliezen in de strijd en moest dan toch in staat zijn om het gevecht verder te zetten. Ze keken ook voor hun plezier naar gevechten. Niet alleen werd er naar gevechten tussen mannen gekeken, ook paardengevechten waren erg populair.

Dood en begrafenis

Aan het begin van het Vikingtijdperk werden doden gewoon verbrand. Tussen 800 en 900 n.C. begon men doden ook te begraven. Hoe belangrijker de doden waren, hoe meer bezittingen ze meekregen voor in het hiernamaals. Sommigen werden zelfs met schip, paarden, kar, wapens, meubels, kleren en andere bezittingen ter aarde gelaten.

Vikingen behandelden hun lijken met zorg; ze werden gewassen en ik doeken of in berkenschors gewikkeld voor men hen verbrandde of begroef.

Goede strijders die tijdens een gevecht sneuvelden gingen naar het Wallhalla. Ook ongetrouwde meisjes of goede mannen gingen naar de hemelgoden. Mensen die maar een gewoon leven hadden geleid of aan ziekte stierven gingen naar het Niflheim. Dat was een akelig rijk omgeven door mist waar de akelige godin Hel het voor het zeggen had.

Vanaf het jaar 1000 verdwenen de Vikinggoden langzamerhand en gaven de meeste Vikingen zich over aan een nieuw geloof: het christendom.

Bronnen

Lenaerts, E. Martin, J. (2006). Reizen van Alex – De Vikingen. Casterman.
Macdonald, F. (2007). 100 weetjes over de Vikingen. Gent: DAPHNE.
Wright, R. (1999). De vikingtijd -de krant van gisteren-. Bloemendaal: J.H.Gottmer H.J.W. Brecht BV.